Splitsing in appartementsrechten

deel van het geheel

Onder een appartementsrecht wordt volgens de wet verstaan: een aandeel [bijvoorbeeld één/dertigste] in een gebouw met toebehoren dat de bevoegdheid geeft tot het alleengebruik van een bepaald gedeelte van dat gebouw: een woning of een winkel. Dit aandeel met het daarbij behorende gebruiksrecht vormt het appartementsrecht. De grootte van het aandeel is afhankelijk van de grootte van de woning of winkel. Alle appartementseigenaars zijn samen eigenaar van het hele flatgebouw. Een appartementseigenaar mag als mede-eigenaar alles gebruiken wat in het gebouw tot gezamenlijk gebruik dient [met zijn huisgenoten], de zogenaamde gemeenschappelijke ruimten. Het gedeelte waarvan de betreffende eigenaar het uitsluitend gebruik heeft, wordt veelal aangeduid als privé-gedeelte. Daar hebben andere bewoners niets mee te maken en [behoudens hierna te noemen uitzonderingen] ook niets over te zeggen.

In de meeste papieren die men als koper van een appartementsrecht krijgt, worden altijd wel één of meer bepalingen van de wettelijke regeling over appartementsrechten vermeld. Het is dan ook goed om te weten dat deze regeling in de wet te vinden is in de artikelen 106 tot en met 147 van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek.

Gewoonlijk denkt men bij appartementsrechten [ook wel appartementen, flatwoningen of flats genoemd] aan grote gebouwen of complexen van gebouwen, bestaande uit vele woningen en/of winkels. Maar ook kleinere eenheden kunnen appartementsrechten zijn: een benedenwoning met één of meer bovenwoningen of zelfs een aantal vrijstaande woningen, zoals een complex woningen voor ouderen en vakantiewoningen. In het kader van dit onderdeel van de site spreken we vooral over flatgebouwen, maar in principe geldt hetzelfde voor alle andere vormen, waarin wij appartementsrechten tegenkomen.

splitsing

Appartementsrechten ontstaan doordat de eigenaar van een gebouw, bijvoorbeeld een pensioenfonds, een beleggingsmaatschappij of een woningbouwvereniging, besluit dat gebouw te splitsen in afzonderlijke juridische eenheden [woningen en/of winkels], meestal met de bedoeling deze te verkopen hetzij aan de huurders hetzij, als het nieuwbouw betreft, aan degenen die op de koopadvertentie afkomen. De splitsing in appartementen wordt vastgelegd in een notariële akte: ‘de splitsingsakte’. Op een daarbij behorende splitsingstekening worden de grenzen tussen de verschillende appartementen onderling en die van de gemeenschappelijke ruimten exact aangegeven. De splitsingstekening en de splitsingsakte worden samen in de openbare registers van het Kadaster en de openbare registers ingeschreven en zijn voor iedereen op te vragen en in te zien.
Een van de belangrijkste onderdelen van de splitsingsakte is het reglement van splitsing.

Het modelreglement van de Koninklijke Beroepsorganisatie wordt daarbij gebruikt als uitgangspunt.