Schenking
periodieke giften en giftenaftrek
Giften zijn onder sommige omstandigheden aftrekbaar voor de Inkomstenbelasting.
De wet stelt een aantal voorwaarden, zowel aan de hoogte van het geschonkene als aan de begiftigde.
De voorwaarden zijn:
- dat de giften moeten worden gedaan aan kerkelijke, levensbeschouwelijke, charitatieve, culturele, wetenschappelijke en algemeen nut beogende instellingen of aan verenigingen (ongeacht het doel van de vereniging) met meer dan 25 leden;
- de giften met schriftelijke bewijzen kunnen worden gestaafd;
- de giften worden alleen in aanmerking genomen voor zover zij samen zowel € 60,- als 1% van het verzamelinkomen te boven gaan (cijfers 2023);
- de giften kunnen tot ten hoogste 10% van dat verzamelinkomen in aftrek worden gebracht.
De aftrek vindt plaats van het box 1 inkomen.
periodieke gift
Indien de 1% niet wordt gehaald, kan toch aftrek plaatsvinden als de giften worden gedaan als periodieke gift; giften moeten dan in de vorm van vaste en gelijkmatige periodieke uitkering worden voldaan.
De wet stelt dan als voorwaarde dat zij bij notariële akte moeten worden gedaan en de verplichting moeten inhouden om vijf jaar of meer jaar tenminste jaarlijks een vast bedrag aan een instelling als hierboven genoemd of een vereniging uit te keren.
Periodieke giften aan verenigingen zijn ook altijd aftrekbaar. Het doel van de vereniging is daarbij niet van belang; het kan dus ook een sportvereniging of een belangenvereniging betreffen.
De kosten van het opmaken van een notariële akte hangen af van het te schenken bedrag en van de ontvangende instelling. De begiftigde partij dient de schenking namelijk aan te nemen zodat onderzocht moet worden wie namens de begiftigde dit kan doen.
Maar: vanaf 1 januari 2023 geldt wel een maximum voor periodieke giften aan een ANBI. Dat maximum is € 250.000 per jaar. Bent u vóór 4 oktober 2022 om 16:00 uur een periodieke gift aangegaan? Dan kunt u die tot 2027 nog helemaal aftrekken in uw belastingaangifte.
schenken op papier
Het is mogelijk om te schenken zonder dat er contant geld aan te pas komt. Dit kan zijn als ouders geen contanten hebben (het vermogen zit bijvoorbeeld in het huis of in het bedrijf) of wanneer zij graag nog de beschikking willen houden over hun vermogen omdat zij hun oudedagsvoorziening in eigen beheer willen houden. Zo’n schenking op papier gaat in de vorm van schuldigerkenning uit vrijgevigheid door de ouder(s) van een geldsom aan hun kind(eren) die eerst opeisbaar is bij overlijden van de schenker(s). Omgekeerd verkrijgen de kinderen een niet opeisbare vordering op hun ouders.
Bij overlijden van een van de ouders of bij overlijden van de laatste kan de ‘schuld op papier’ in mindering komen op het saldo van de nalatenschap. Door de schuldigerkenning over een reeks van jaren te spreiden (zie het hiervoor opgemerkte over het maken van een schenkingsprogramma) kunnen besparingen van te heffen successierechten worden gerealiseerd.
De fiscus beschouwt de schenking als reeël, maar er is een aantal spelregels waaraan u zich moet houden.
Regels die de fiscus stelt:
- de schuldigerkenning moet vast liggen in een notariële akte. Schuldigerkenningen bij onderhandse akte zijn niet rechtsgeldig en kunnen daardoor niet in mindering worden gebracht op de nalatenschap;
- er zal door de ouders over de schuld aan hun kinderen daadwerkelijk jaarlijks een zakelijke rente moeten worden vergoed. Over het feit welke rente zakelijk is, lopen de meningen uiteen.
Over de rente is door de kinderen geen inkomstenbelasting verschuldigd. Evenmin is deze bij de ouders aftrekbaar. Wel wordt bij de kinderen inkomstenbelasting geheven over het zogenaamde “fictief rendement” van hun vermogen. Het vermogen bestaat uit bezittingen, verminderd met de schulden. De vordering van de kinderen op hun ouders wordt bij de bezittingen meegeteld, evenals de ontvangen rente. de schulden van de ouders gelden als aftrekbare schulden. Schulden en bezittingen worden in box 3 niet (meer) hetzelfde behandeld.
Wel zijn er vrijstellingen.
schenkbelasting
Schenkbelasting (voorheen ‘schenkingsrecht’ genoemd) wordt alleen geheven als de schenker ten tijde van de schenking in Nederland woonde. De nationaliteit van de schenker is niet van belang, evenmin als de woonplaats of nationaliteit van de begiftigde. Als de schenker niet in Nederland woont, maar dat voordien (periode van tien jaar) wel deed, wordt ook schenkbelasting geheven. Het tarief is gelijk aan het tarief dat bij de berekening van erfbelasting geldt.
Als u een schenking doet moet er schenkbelasting betaald worden. Hoeveel belasting moet worden betaald, hangt af van de hoogte van het geschonken bedrag en van de relatie tussen de schenker en degene die de schenking ontvangt. Een kind betaalt minder belasting dan een ander. Een uitzondering is een ANBI instelling, want die betalen over een schenking helemaal niets.
tarieven schenkbelasting
Deel van de schenking | Kinderen en partners | kleinkinderen | anderen |
Tot € 136.642 | 10 % | 18 % | 20% |
€ 136.642 en hoger | 20 % | 36% | 40 % |
Sommige bedragen zijn belastingvrij:
Kind | € 6.035 |
Eenmalige verhoging kind 18-40 | € 28.947 |
Extra verhoging eigen woning/studie | € 60.298 |
schenking eigen woning | € 28.947 |
Anderen/kleinkinderen | € 2.418 |